Weidegang geeft paarden bewegingsvrijheid, voer en vriendschap
Auteur – Dr. Anneke Hallebeek
Het is schipperen met beweiding en het in stand houden van een gezond perceel. Paarden mogen in de zomer de wei in om daar hun rantsoen te eten, maar ook voor het sociale contact en noodzakelijke beweging. Natuurlijk moet vooral die laatste twee items het hele jaar door gegarandeerd zijn in het huisvestingssysteem. Helaas is dit nog niet op alle stallen zo georganiseerd.
Maar weidegang kan voor paarden ook noodlottig zijn. Een soort duivels dilemma dus. Daar komt bij dat de grasmat onderhouden moet worden om te voorkomen dat het een zand- en onkruidveldje wordt. Voor veel mensen met paarden een hele klus dit allemaal goed te doen.
Gras is krachtvoer
Als je kijkt naar hoeveel energie en eiwit gras bevat, dan is het net zo rijk als paardenbrok. Het eiwitgehalte is zelfs veel hoger! Groeit het gras, dan veranderen deze gehalten. De bladeren bevatten veel eiwit en weinig vezels. Als de stengel langer wordt, stijgt het vezelgehalte. Vezels kunnen paarden goed in energie omzetten. Maar deze omzetting kost bij oudere planten meer tijd. Uiteindelijk neemt een paard met jong, eiwitrijk en vezelarm gras meer energie op dan met gras dat lange stengels heeft en bloeiwijzen bevat.
Paarden zijn geëvolueerd om uit vezelrijk materiaal voedingsstoffen te halen. De darmen zijn wat dat betreft efficiënte energie-fabriekjes. De ontwikkeling van het hele maagdarmsysteem bij het paard is gebaseerd op de leefomstandigheden waarin oerpaarden verkeerden. Tijdens langdurige trektochten aten paarden beschikbaar voedsel, dat in meer of mindere mate vindbaar was. Nu is ons paard weliswaar geen oerpaard meer, maar het verteringsstelsel komt daar zeker nog mee overeen.
Vezelrijk gras is een meer natuurlijke voedselbron dan jong vezelarm gras. Omdat weidegang niet vergelijkbaar is met de situatie van vroeger en een veel rijker aanbod van gras heeft, is ook dit vezelrijke gras voor de meeste paarden een overdaad.
#BCScheck
Hoe leuk weidegang voor paarden ook is, als hij op een dag met hoefbevangenheid of koliek staat, is het uit met de pret. Verschillende oorzaken zorgen voor deze problemen. Overgewicht is daar één van. Door overgewicht kan een paard insulineresistentie krijgen en dit is een risico voor hoefbevangenheid. Veranderingen in gewicht gaan niet van de ene op de andere dag. Dat maakt het zo moeilijk zichtbaar. Totdat het opeens heel duidelijk is dat het paard ofwel veel te dik of veel te mager is. Met name een toename in vetopslag is lastig te beoordelen als je naar het paard kijkt.
Door regelmatig een gestructureerde check te doen en niet alleen te kijken maar ook op diverse plaatsen te voelen, kan je veranderingen waarnemen. De Health & Performance Body Condition Score geeft aan waar je naar moet kijken en moet voelen.
Het weidemanagement pas je aan op de voedingstoestand van de paarden. Voorkom dat paarden te mager of te dik worden. In een groep paarden zal daar zeker verschil tussen zitten. Kleine veranderingen zijn makkelijk later te herstellen, maar een BCS van +2 is een serieus risico.
BELANGRIJKE TIPS!
- Het gras niet te kort laten afgrazen (5 cm) en op tijd het paard een nieuw stuk geven.
- Paarden inscharen op een weide met ongeveer 15-20 cm gras (of wat langer).
- Als gras niet groeit, de paarden meer uit de weide halen en bijvoeren.
- Bij toename van de BCS paarden minder gras laten eten en/of meer laten werken.
- Paarden met overgewicht, EMS of PPID (mits een goed gebit) met een graasmasker in de wei zetten (wel laten wennen!).
- Paarden die spierbevangenheid hebben, met name bij PSSM als oorzaak, in deze periode maar enkele uren per dag weidegang geven of, bij extreme gevoeligheid, helemaal niet. En uiteraard een passend ander rantsoen geven.
- Senior paarden, wel of niet met PPID, beperkte weidegang geven, bij voorkeur in de vroege ochtenduren en daarnaast bijvoeren om in conditie te houden.
- Merries met veulens een eiwitrijk voer bijgeven tijdens deze droge weideperiode.
- Alle paarden die met gras voldoende in conditie blijven een passend supplement geven met mineralen en vitaminen.